Richtlijn #1: zorg voor een schone en ontsmette omgeving
Een veilige en effectieve productie- en productiefaciliteit voor vochtige doekjes moet zorgen voor een schone en ontsmette omgeving. Een vlekkeloze omgeving vermindert de kans op productbesmetting en ziekte van werknemers door de verspreiding van bacteriën en andere verontreinigingen te voorkomen.
Om een schone en hygiënische omgeving te behouden, moet de faciliteit reinigings- en sanitaire protocollen opstellen en consequent implementeren. Dit kan de routinematige reiniging van oppervlakken, apparaten en machines met gecertificeerde reinigingsmiddelen en -technieken inhouden.
Regelmatige inspecties van faciliteiten moeten worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de reinigings- en sanitaire protocollen worden nageleefd en om verbeterpunten te identificeren. Dit kan het testen van monsters en microbiologische analyse omvatten om mogelijke verontreinigingsgebieden te identificeren.
Richtlijn #2: Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Het doel van PBM is om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan mogelijk gevaarlijke stoffen, zoals chemicaliën, vuil en micro-organismen. Om de overdracht van infectie te voorkomen, moeten alle werknemers in de productiefaciliteit zijn uitgerust met de juiste PBM. Draag tijdens het fabricageproces altijd handschoenen, maskers en beschermende kleding om besmetting te voorkomen.
Werknemers moeten instructies krijgen over het juiste gebruik en onderhoud van persoonlijke beschermingsmiddelen, inclusief het veilig dragen en verwijderen van PBM en het weggooien van gebruikte PBM. De PBM's moeten worden bewaard in daarvoor bestemde ruimten ver van productieruimten en moeten routinematig worden geïnspecteerd om te garanderen dat ze in goede staat verkeren.
Naast het verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen, moeten er op de werkplek procedures zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat werknemers PBM correct en consistent gebruiken. Dit kan inhouden dat het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen regelmatig wordt gecontroleerd en gehandhaafd, evenals regelmatige instructies en herinneringen om een veiligheidscultuur op de werkplek te bevorderen.
Richtlijn #3: Handhygiëne
Handhygiëne is cruciaal om de overdracht van ziekten te voorkomen. Werknemers moeten training krijgen over geschikte technieken voor handhygiëne en worden aangemoedigd om deze de hele werkdag door te oefenen.
Handhygiëne omvat het wassen van de handen met water en zeep gedurende minimaal 20 seconden, of het gebruik van een handdesinfectiemiddel op basis van alcohol als er geen handwasfaciliteiten zijn. Voor en na het hanteren van vochtige doekjes, het gebruik van de wasruimte, hoesten of niezen en het hanteren van mogelijk besmette materialen, moeten de handen van werknemers zorgvuldig worden gereinigd of ontsmet.
Richtlijn #4: Kwaliteitscontrole
Om de veiligheid en effectiviteit van vochtige doekjes die in een productiefaciliteit worden vervaardigd te garanderen, is kwaliteitscontrole essentieel. Het omvat een reeks procedures en processen om te garanderen dat het eindproduct voldoet aan de vereiste kwaliteits-, veiligheids- en prestatienormen.
De kwaliteitscontroleprocedures kunnen een periodieke inspectie van de vochtige doekjes op microbiologische verontreiniging, pH-waarde en andere kwaliteitsparameters omvatten. Elke set producten kan worden bemonsterd en geëvalueerd in een laboratorium om te garanderen dat ze aan de vereiste normen voldoen.
Naast producttesten kan kwaliteitscontrole routine-inspecties van de productiefaciliteit omvatten om ervoor te zorgen dat alle apparatuur en apparaten effectief werken en dat de juiste hygiëne- en hygiëneprocedures aanwezig zijn.
Richtlijn #5: Correcte afvalverwijdering
Een goede afvalverwijdering is essentieel voor het behoud van een veilige en hygiënische productie- en productiefaciliteit voor natte tissues. Onjuiste afvalverwijdering kan leiden tot milieuverontreiniging en mogelijke gezondheidsrisico's voor werknemers en de omliggende gemeenschap.
Het sorteren van afvalstoffen in categorieën zoals gevaarlijk afval, niet-gevaarlijk afval en recyclebaar afval is de eerste stap in een goede afvalverwerking. Gevaarlijke afvalstoffen, zoals chemicaliën of verontreinigde materialen, moeten gescheiden worden bewaard en worden afgevoerd volgens de plaatselijke voorschriften.
Ook niet-gevaarlijk afval, zoals verpakkingsmateriaal en algemeen productieafval, moet op de juiste manier worden gescheiden en afgevoerd. Dit kan bestaan uit recycling, ontleding of verspreiding in gemarkeerde afvalcontainers.
Afvalcontainers moeten adequaat geëtiketteerd zijn, zodat werknemers op de hoogte zijn van de inhoud van het afval en de verwijderingsprocedures. Om besmetting te voorkomen, moeten afvalcontainers op gespecificeerde locaties worden bewaard, ver van productiefaciliteiten, en regelmatig worden leeggemaakt en gereinigd.
Om de overdracht van infectie te voorkomen, moeten de juiste maatregelen voor afvalverwijdering worden geïmplementeerd. Al het afval dat tijdens het fabricageproces ontstaat, moet op de juiste manier worden afgevoerd in de daarvoor bestemde containers.
Richtlijn #6: regelmatige training
Nieuwe en bestaande werknemers moeten deelnemen aan regelmatige trainingsprogramma's om ervoor te zorgen dat ze op de hoogte zijn van de nieuwste veiligheids- en sanitaire voorschriften. Klassikale instructie, on-the-job training en online trainingsmodules zijn allemaal effectieve trainingsmethoden. Dit omvat training over het effectieve gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, handhygiëne en andere veiligheidsprocedures.
Richtlijn #7: Milieumonitoring
Milieumonitoring is het proces van het verzamelen en analyseren van informatie over de fysische, chemische en biologische kenmerken van de omgeving. Deze informatie wordt gebruikt om de kenmerken van het milieu te beoordelen en mogelijke bronnen van vervuiling te ontdekken die de gezondheid van de mens en het ecosysteem kunnen aantasten.
Regelmatige milieumonitoring moet worden uitgevoerd om te garanderen dat de productiefaciliteit voldoet aan alle toepasselijke regelgeving. Dit omvat de bewaking van de lucht- en waterkwaliteit en andere milieuparameters.